• vo-ho
  • LOB

December. Ho aan het woord over eerste honderd dagen: ‘Door studenten overzicht te geven, creëer je rust’

4 december 2025

De opleiding Verloskunde van Hogeschool Rotterdam vernieuwde vorig jaar het onboardingsprogramma Goed van Start. Eerstejaars studenten krijgen helder zicht op wat er van hen verwacht wordt en beleven meteen een eerste succeservaring. Docent en jaarteamvertegenwoordiger Annemieke Plugge-Zorrilla Hernandez vertelt wat dit heeft opgeleverd  én waarom deze aanpak verschil maakt in de cruciale eerste honderd dagen.

Hoe zag jullie introductieprogramma er eerst uit?
Annemieke: “We deden een speurtocht en diverse kennismakingsactiviteiten, bedoeld om studenten welkom te heten. Maar we realiseerden ons niet dat studenten elkaar vaak al kenden, terwijl wij als docenten nog wilden kennismaken.

Ook vertelden we iets over toetsen, maar ze gingen er pas mee aan de slag als het nodig was. We gingen ervan uit dat ze het systeem en de informatievoorziening dan wel zouden begrijpen. 

Maar dat bleek niet zo. Bij de eerste toetsen liepen sommige studenten verloren rond. Of ze kregen stress, omdat het toetsprogramma niet werkte op hun laptop. Zo’n valse start wil je voorkomen. Nu oefenen we de toetsvormen al in de cursus Goed van Start.”

Wat houdt ‘Goed van Start’ precies in?
Annemieke: “Toen het curriculum werd herzien, hebben we bewust gekozen voor een betere start. In de eerste twee weken komt alles alvast in het klein voorbij: programma’s, praktische zaken zoals het testen van laptops en de kennismaking met het stagebureau. Alle docenten die ze in het eerste jaar krijgen, doen mee.

We willen dat ze zich thuis voelen, weten waar ze aan toe zijn en met vertrouwen richting de stage gaan. We sluiten af met een kleine toets, waarvoor studenten direct twee studiepunten ontvangen. Meteen een fijn eerste succesje.”

Wat was een eye-opener voor jullie?
Annemieke: “Stages vormen vijftig procent van onze opleiding. We dachten eerst dat we pas hoefden uit te leggen hoe dat werkt wanneer de eerste stage dichterbij kwam. Maar studenten willen dat juist snel weten: wat wordt er van me verwacht, hoe gaat het eraan toe? Die vroege duidelijkheid geeft veel rust.”

Hoe ervaren studenten het programma?
Annemieke: “Ze krijgen een boekje om alles in bij te houden. We dachten: ze willen vast alles online. Maar nee, ze schrijven en bespreken volop. Samen leren staat vanaf de start centraal.

Nieuwe studenten kunnen de verandering niet vergelijken, maar ouderejaars wel. De ouderejaars die als peercoaches actief zijn, zeggen letterlijk: ‘Ik wou dat wij deze cursus gehad hadden.’”

Welke resultaten zien jullie?
Annemieke: “Tijdens de eerste toetsweek deed iedereen mee. Opvallend, want voorheen stelden studenten hun deelname soms uit omdat ze zich niet klaar voelden. Die onzekerheid is nu weg. Het slagingspercentage ligt hoger, al komt dat ook deels door het nieuwe curriculum.”

Wat kan nog beter?
Annemieke: “Onze studenten kiezen heel bewust voor onze opleiding. Het is een strenge selectie, met toelatingstoets, presentatie en gesprek. Toch ontwikkelt het beroepsbeeld zich pas echt in de stage, als ze bij mensen thuis komen. Dan merken sommigen dat het toch niet past, vooral het sociale aspect van het werken bij mensen thuis, met kraamvisites en alles wat daarbij komt kijken.

We willen daarom in die eerste weken nog meer doen aan de kennismaking met het beroep. We laten wel filmpjes zien, maar kennelijk is er meer nodig.”

Wat doen jullie tijdens de eerste 100 dagen?
Annemieke: “Als docenten zijn we allemaal studiecoach. In de eerste honderd dagen voeren we twee tot drie gesprekken per student, gericht op welbevinden en aansluiting in de klas. Door tijdig te signaleren wat iemand nodig heeft, voorkom je dat studenten vastlopen. Sommigen zijn thuis mantelzorger of hebben ADHD. Dat hoeft helemaal geen belemmering te zijn; erover kunnen praten helpt al.

We houden de groepen klein: maximaal 17 studenten per klas. Door te werken in jaarteams kennen we iedereen bij naam. Zie je iemand een tijdje niet, dan valt dat meteen op. Voor jezelf zorgen én voor elkaar: dat hoort bij het beroep van verloskundige. Op deze manier dragen we dat ook over aan studenten.

Door de studiejaren heen bouwen we deze begeleiding af. Vierdejaars nemen vaak zelf het initiatief om af te spreken met docenten. Heel mooi om te zien dat ze dat van ons overnemen.”

Wat is je advies aan andere opleidingen die hun introductieprogramma willen vernieuwen?
Annemieke: “Vraag je af: wat speelt er in het hoofd van een student? Doe daar geen aannames over.

Als je overzicht geeft en onzekerheid wegneemt, ontstaat er ineens rust. 

Geef ook duidelijkheid over wat je vraagt en waarom. Studenten weten: alles is al eens langsgekomen en er komt niets onverwachts meer bij. Dat maakt een enorm verschil.”

Waarmee maak je het verschil in de eerste weken?
Annemieke: “Je zet in de eerste weken de toon en dat werkt door in de rest van de opleiding. We hebben op onze opleiding geen aanwezigheidsplicht. En tóch zijn ze er. Studenten melden zich zelfs netjes af, terwijl dat helemaal niet hoeft. Maar ze voelen dat ze verwacht worden. Ze weten ook dat ze eigenlijk geen lessen kunnen overslaan, omdat het niet meer terugkomt. 

Voorheen dachten we nog wel eens dat we lessen verplicht moesten maken. Nu weten we: je moet gewoon zorgen dat ze de lessen niet willen missen.”

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor nieuws over onze activiteiten

Bedankt voor je aanmelding!

Je ontvangt vanaf nu nieuws over onze activiteiten rechtstreeks in je inbox.

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor nieuws over onze activiteiten

Een moment...

* Verplichte gegevens