- Vaardigheden
Oktober. Vo over experimenten met vaardigheden en pre-PWS
30 oktober 2024
‘Begin klein en maak zichtbaar wat je al doet’
De havo-afdeling van het Walburg College in Zwijndrecht heeft twee experimenten uitgevoerd om de vaardigheden van scholieren te verbeteren en zo hun doorstroming naar het hoger onderwijs te bevorderen. Wat zijn de belangrijkste bevindingen en hoe gaat het Walburg College hiermee verder?
Jullie hebben materiaal ontwikkeld voor het pre-PWS (profielwerkstuk) en een onderzoek gedaan naar een vernieuwde leerlijn vaardigheden. Wat was jullie motivatie om hiermee aan de slag te gaan?
Renske Krijger (teamleider): “Onze school heeft meer kansarme jongeren dan gemiddeld. Deze leerlingen halen hun diploma wel, maar we zien dat ze vaak vastlopen in het hoger onderwijs. We voelen ons verantwoordelijk om hen te ondersteunen in die volgende stap, zodat ze ook in het vervolgonderwijs slagen.”
Anjelina Pons (mentor havo-5): “Vaardigheden zijn cruciaal om de overstap naar het hbo soepeler te laten verlopen. Neem bijvoorbeeld het stellen van doelen: dat is een grote uitdaging voor onze leerlingen. Ze leren nu stapsgewijs niet alleen hoe je een doel stelt, maar ook hoe je dat doel daadwerkelijk bereikt.”
Hoe start je met iets nieuws, zoals het pre-PWS?
Renske: “Onze coördinatoren voor het profielwerkstuk gingen enthousiast van start, maar al snel merkten we dat er vanuit de vaksecties weinig respons kwam om de pilots uit te voeren. Dat zie je vaak op scholen: iedereen is druk, en nieuwe ideeën krijgen daardoor niet altijd de aandacht die ze verdienen.
Soms moet je gewoon pragmatisch beginnen, ook al is het klein. Gooi het bijltje er niet bij neer als niet iedereen enthousiast is, maar begin bij de mensen die wel iets willen. Daarom hebben we gekozen voor een pilot in drie-havo bij geschiedenis.”
Robbert Langenberg (coördinator PWS): “Geschiedenis bleek een goed startpunt. We boden een pre-PWS voor de leerlingen die in de vierde niet verder gingen met dit vak. Door hen de keuze te geven tussen de standaard toets of het pre-PWS, kregen ze meer autonomie. Dat verhoogde hun zelfmotivatie en pakte goed uit.”
Wat zijn jullie belangrijkste inzichten bij dit experiment
Robbert: “We merken dat leerlingen doorgaans veel begeleiding nodig hebben bij het formuleren van een goede onderzoeksvraag. Wanneer we dat proces opdelen in kleinere stappen, gaat het stukken beter. We verwachten nu dat ze in havo-4 sneller een goede start kunnen maken met het profielwerkstuk.”
Renske: “Wat nog lastig blijft, is het geven van feedback aan elkaar en het correct refereren naar bronnen. Dat zijn punten waar we de volgende keer verder op willen inzetten. Ons doel is om dit uit te breiden en er een vast onderdeel van de lessen van te maken.”
Hoe staat het met de vernieuwde leerlijn vaardigheden
Anjelina: “Bij het ontwikkelen van de leerlijn vaardigheden hebben we gekeken naar wat zowel de leerlingen als de docenten nodig hebben. Deze leerlijn is vakoverstijgend en loopt door de hele school.
n de derde klas ligt de focus bijvoorbeeld op de zogenaamde 'executieve functies'. Dit zijn de mentale processen die leerlingen nodig hebben om effectief te leren en taken goed uit te voeren. Het is een doorlopend proces waarin leerlingen steeds meer verantwoordelijkheid leren nemen voor hun eigen leerproces.
Daarnaast laten we via het project ‘Op naar de top’ leerlingen nadenken over SMART-doelen. Ze maken een ‘spin’, waarin ze aangeven waar hun sterke punten liggen en wat hun ontwikkelpunten zijn. Ze krijgen zo een heel mooi persoonlijk inzicht.”
Renske: We hebben hiervoor hulp ingeroepen van buitenaf. En dat is meteen een tip: nodig een expert uit als je zelf er nog te weinig vanaf weet. Zelf het wiel uitvinden kost je te veel tijd.”
Hoe versterken het pre-PWS en de vernieuwde leerlijn vaardigheden elkaar?
Renske: “Het pre-PWS richt zich op het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden in een vroeg stadium, waardoor leerlingen beter voorbereid zijn op het profielwerkstuk in de bovenbouw. De vaardighedenlijn helpt hen zelfstandig te leren en hun leerproces te plannen. Het gaat erom dat ze niet alleen leren hoe ze onderzoek doen, maar ook hoe ze verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces. Dit is cruciaal voor hun toekomstige studie, vooral bij de overstap naar het hoger onderwijs.”
Hoe gaat het Walburg College verder na deze experimenten?
Renske: “De komende jaren willen we deze pilots verder uitbreiden. Daarnaast zijn we bezig met de verdere implementatie van de leerlijn voor zelfregulerend leren.”
Robbert: “We willen leerlingen meer inzicht geven in wat ze precies leren. Door de verschillende stappen van het onderzoeksproces duidelijk zichtbaar te maken, begrijpen ze beter waarmee ze bezig zijn. Dit concept willen we breder trekken naar andere vakken. Zo worden leerlingen zich ervan bewust dat ze al veel onderzoekend leren.”
Wat is jullie boodschap voor andere scholen?
Robbert: “Gebruik wat je al in huis hebt en maak dat zichtbaar voor de leerlingen. Door bijvoorbeeld projecten af te ronden in de onderbouw, help je leerlingen met een sterke basis naar de bovenbouw door te stromen.”
Anjelina: “Breng in kaart hoe het gesteld is met de studievaardigheden van je leerlingen, en vraag hen daar ook naar. Door het bewuster te benoemen, wordt het zichtbaarder voor zowel de docenten als de leerlingen.”
Renske: “Als school voelen wij ons verantwoordelijk voor de gehele reis die leerlingen maken richting de maatschappij. Het is fantastisch dat het samenwerkingsverband vo-ho ons financiële middelen heeft gegeven om dit soort projecten te realiseren. Scholen zoals de onze, met meer kansarme jongeren, hebben vaak niet de middelen om extra uren vrij te maken voor dergelijke initiatieven. Die ondersteuning is dus essentieel.
Tegelijkertijd denk ik dat alle scholen iets kunnen leren van onze aanpak: begin klein, bouw langzaam op en blijf gefocust op de vaardigheden die leerlingen nodig hebben voor hun toekomstige studie en loopbaan.”
Zie voor meer informatie: