- vo-ho
September. Data als stuurmiddel voor succesvolle doorstroming
18 september 2024
“Iedere jongere in Rotterdam verdient het om zijn of haar onderwijsloopbaan succesvol te kunnen doorlopen."”
― Lorenzo Civile
Waarom is SARO aangesloten bij het samenwerkingsverband vo-ho?
"Onze droom is om elk kind maximale kansen te bieden. We willen alles doen om leerlingen hun eigen pad te laten volgen en succesvol door te stromen naar vervolgonderwijs. Daarom werken we nauw samen met verschillende sectoren, van voorschoolse educatie tot andere partners in de stad, om doorstroommogelijkheden richting mbo en ho te creëren. Het versterken van het onderwijs in de regio Rotterdam is voor ons dé reden om ons aan te sluiten bij het samenwerkingsverband."
Wat zijn je eigen ervaringen met doorstroming in het onderwijs?
"Als zoon van ouders met een niet-Nederlandse achtergrond ben ik geboren en getogen in Rotterdam-Zuid. Ik begon op de mavo en volgde daarna havo en vwo. Naast mijn werk rondde ik uiteindelijk in de avonduren een hbo-opleiding en universiteit af. Het was een steile, maar verrijkende klim.
In de jaren 80 en 90 werd talent vaak niet goed herkend. Alternatieve routes waren minder goed zichtbaar en ook minder aanwezig. Daarover koester ik geen negatieve gevoelens; zo was het nu eenmaal. Ik ben dankbaar voor wat er wel mogelijk was.
Op een bepaald moment kwamen er mensen op mijn pad die inspirerend waren, zoals medeleerlingen, docenten en coördinatoren. Zij zagen net iets meer in mij. Dat gaf me de kracht om verder te klimmen. Ik gun jongeren in Rotterdam diezelfde expeditie naar zichzelf, en wij willen daarbij hún inspirerende aanjager zijn."
Welke rol speelt het samenwerkingsverband bij het afleggen van dit pad?
"De laatste jaren zijn we ons meer bewust geworden dat verschillende groepen leerlingen hun eigen pad afleggen. Corona heeft die verschillen nóg meer blootgelegd. Als je de eerste bent in jouw familie die verder leert, moet je veel zelf ontdekken. Deze leerlingen worden niet altijd goed gezien of ze schatten zichzelf verkeerd in. Sommigen gaan direct naar het voor hen hoogste niveau, maar velen bereiken niet hun (volledige) onderwijspotentie. Of dat gebeurt pas na een lange omweg.
SARO heeft 23 vo-scholen, waarvan 6 havo-vwo scholen met een rechtstreekse voorsortering op het hoger onderwijs. De andere scholen bieden via een andere route een mogelijke aansluiting op het ho. Zo willen we dat leerlingen zelf kunnen kiezen om door te stromen, en daarbij ook een serieuze kans van slagen hebben. Het besef dat het niet voor iedereen ‘de standaard’ route is, is in ieder geval breed doorgedrongen.”
Welke mogelijkheden zien jullie om de aansluiting verder te verbeteren?
"De contacten met het hoger onderwijs liggen nu vaak bij individuele docenten, mentoren en decanen. Iedereen vindt zelf een beetje uit hoe het werkt. Er valt veel te winnen door nog meer informatie te delen en meer structuur aan te brengen. De grote vo-besturen hebben intensief contact met mbo-besturen over datadeling en de succesratio’s bij de doorstroming. Die band kunnen en moeten we met het hoger onderwijs nog verstevigen.
Meer datagedreven werken en vaste contactpersonen aanstellen voor werkgroepen bieden kansen om sneller ‘best practices’ uit te wisselen en analyses uit te voeren. We moeten ook uit onze comfortzone stappen om de kansen voor leerlingen zo groot mogelijk te maken. Dat geldt voor iedereen: docenten én leidinggevenden.”
Waar denk je dan aan, als het om die comfortzone gaat?
"Ik vind dat ‘het onderwijs’ best vaak naar binnen is gericht. Terwijl we leerlingen moeten voorbereiden op ‘buiten’ op het Rotterdam van de toekomst, leunen we soms te veel op het verleden en interne activiteiten. We moeten openstaan voor nieuwe inzichten en flexibel zijn, omdat de doelgroepen veranderd zijn. Dit is nodig om continue recht te doen aan de veranderende context zoals verschillende culturen, globalisering en de toegankelijkheid van informatie."
“"Om het studiesucces te verhogen, moeten we meer data-analyse doen en ons aanbod daarop goed afstemmen. Als daaruit bijvoorbeeld blijkt dat leerlingen beter voorbereid moeten worden op bepaalde competenties, dan kunnen we gerichter daaraan werken."”
― Lorenzo Civile
Wat gaan leerlingen hiervan merken?
"We willen dat al onze leerlingen hun volle onderwijspotentie kunnen ‘aanboren’ en goed terechtkomen in hun (vervolg)opleiding en loopbaan. We kunnen de weg niet plaveien, maar hen wel genoeg bagage meegeven. We moeten grote stappen zetten om de verschillende overgangen beter te faciliteren. Hebben leerlingen een goed beeld van wat ze kiezen? Waar vallen de meeste studenten uit en waar kunnen we bijsturen? We doen al veel, maar er is ruimte voor verbetering."
Wat vind je van het samenwerkingsverband en wat kan er beter?
"We hebben goede gesprekken en dragen financieel bij om dit mogelijk te maken, daar ben ik blij mee. Er is ook een bereidheid bij besturen om expertise te delen. Toch denk ik dat er nog veel meer uit te halen valt. Onze samenwerking kan intensiever, en onze ambities mogen hoger. Alle inspanningen zijn nog steeds noodzakelijk."
Waar dient de focus op te liggen bij het samenwerkingsverband?
"Om het studiesucces te verhogen, moeten we meer data-analyse doen en ons aanbod daarop goed afstemmen. Als daaruit bijvoorbeeld blijkt dat leerlingen beter voorbereid moeten worden op bepaalde competenties, dan kunnen we gerichter daaraan werken."
Hoe had jij zelf in het onderwijs een extra zetje kunnen krijgen?
"Het zou fantastisch zijn geweest als er hogere verwachtingen waren uitgesproken. Dat ze hadden gezien dat er meer mogelijk was dan ik toen zelf voor ogen had. Deze mindset van hoge verwachtingen wil ik ook meegeven aan onze leerlingen en aan medewerkers. Het is een belangrijk ingrediënt om het Rotterdam van morgen nog steeds een geweldige stad te laten zijn.
Een betere aansluiting tussen voortgezet en hoger onderwijs is daarbij essentieel. Iedere jongere in Rotterdam verdient het om zijn of haar onderwijsloopbaan succesvol te kunnen doorlopen."